Welke impact hebben kuilzuren op de pensgezondheid?
De 4 belangrijkste vluchtige vetzuren in de pens zijn: azijnzuur, propionzuur, boterzuur en melkzuur. Deze laatste is de meest verzurende. Hoe meer snel fermenteerbare koolhydraten in het rantsoen aanwezig zijn, hoe hoger de productie van melkzuur zal zijn. En hoe meer de zuurtegraad zal zakken, richting penszverzuring.
En het melkzuur in de kuilen?
Een gemiddelde koe, met een gemiddeld rantsoen en gemiddelde droge stofopname, produceert ongeveer 7,5kg vluchtige vetzuren per dag in de pens. Melkzuur is hier (in een gezonde situatie) pas het 4de belangrijkste zuur.
Melkzuur is wel het meest voorkomende zuur in kuilen, naast azijnzuur (en boterzuur). Deze worden gevormd tijdens het inkuilproces (fermentatie).
Twee voorbeelden van een rantsoen, met telkens 14kg droge stof uit kuilen:
Er zijn veel zaken die hierop een impact hebben, maar we kunnen wel afronden en zeggen dat een koe ongeveer 8,5kg zuren verwerkt, per dag. En dat het aandeel dat uit kuilen komt (in extreme gevallen) tot bijna 1,0kg kan verschillen van rantsoen tot rantsoen = tot wel 15% van het totaal.
De zuren worden in de pens geneutraliseerd op verschillende manieren:
- De gezondheid van de penspapillen is cruciaal
- Een koe kan tot 3-3.5kg natriumbicarbonaat per dag zelf aanmaken
- De 4% die overblijft, bepaalt de zuurtegraad in de pens. Die ligt best boven de 5.8.
Wat kunnen bovenstaande cijfers ons leren?
- Zorg voor structuur en ruwvoer. Herkauwactiviteit draagt bij aan speekselproductie met natriumbicarbonaat in.
- Voeg buffers toe om die laatste 4% onder controle te houden.
- Het aandeel van kuilzuren ten opzichte van de totale zuurbelasting is niet verwaarloosbaar.
Wat met de nieuwe maiskuilen?
Veel mais is net iets te nat ingekuild. Wellicht zal dit zorgen voor een hoger zuuraandeel in die kuilen. Daarbij komt nog eens dat een rantsoenaanpassing ook altijd wat aanpassing van de pens en van de koeien vraagt.
Bovenstaand verhaal leert ons dat we daarom, in dergelijke gevallen, extra aandacht moeten schenken aan de buffer die we toevoegen in het rantsoen. Het is aanbevolen om de dosis Bivibuffer Ultra tijdelijk of blijvend te verhogen naar 150 g/d/d, om de pensgezondheid voldoende te blijven ondersteunen.
Eens de pens opnieuw in evenwicht is, kan het zijn dat de koe goed overweg kan met dat hoger zuuraandeel uit de kuilen, waardoor de dosis buffering eventueel terug naar de standaard kan worden gezet.
Wenst u dit topic verder te bespreken? Neem dan contact op met uw Bivit-adviseur.